Het Bleekerstraatje is een zijsteegje van de Vughterstraat. De straatnaam verwijst naar de linnenblekers die hier eeuwenlang gewerkt en gewoond hebben. Het grote huis op nummer 3, aan het einde van het steegje, draagt de huisnaam Het Bleekhuis. Over de geschiedenis ervan is weinig bekend, maar begin 17e eeuw werd het al bewoond en gebruikt door blekers. Een zijtak van de Binnendieze, de Parkstroom, liep pal langs de woning. Het Bleekerstraatje eindigde vroeger achter het bleekhuis in een brede trap naar het water. Hier wasten de blekers hun linnengoed en legden het te bleken op twee nabij gelegen bleekvelden. Die lagen aan beide kanten van de Binnendieze, een binnen- en buitenbleek, tussen de toenmalige Vughterdijk (nu Vughterstraat) en de stadsmuur. Eind 18e eeuw is nog steeds sprake van een ‘bleek met woning en waschhuis’. In die tijd lag bij het bleekhuis een bruggetje over de Binnendieze, en was het ook bereikbaar via een straatje vanaf de Kuipertjeswal. De Parkstroom is in 1950 gedempt. Het Diezebruggetje en straatje zijn toen ook verdwenen. Oorspronkelijk behoorden de bleekvelden toe aan de kruisbroeders. Later kwamen bleekhuis en velden in bezit van de bankiersfamilie Tilman. Het bleekhuis werd orangerie, waar planten in werden gezet om ze tegen de winterkou te beschermen. De tuinman van de familie Tilman woonde er. Zelf woonde Viktor Tilman in een stadsvilla, vlakbij in de Vughterstraat. Het huidige woonhuis dateert uit ca. 1890-1900. Het is gebouwd op een voormalig open terrein op de plek van een vroegere stadsboerderij. Het pand in chaletstijl maakt deel uit van het beschermde Tilmanshofje. De woning is tweelaags, opgetrokken in baksteen met een met leien gedekt schilddak. De zuidgevel is gebouwd in rode verblendsteen. Hier is een rijke detaillering met zandstenen speklagen, een borstwering op de verdieping, aanzet- en sluitstenen in de segmentbogen boven de ramen en deuren en rusticablokken. Op de begane grond zijn twee vleugeldeuren met glas, op de verdieping T-ramen. Aan de noordzijde bevindt zich een eenlaagse aanbouw onder lessenaarsdak. Aan de westzijde een eenlaagse aanbouw met plat dak en toegangsdeur en twee ramen met accoladevormige, houten gootlijst. De noord- en oostgevel hebben een geprofileerde kroonlijst. In de rechterrisaliet zit een met hout beschoten topgevel met driedelig raam, een zogenaamd melkmeisje, en een gesneden overstek met schijnspant. Sinds oktober 2001 staat het complex geregistreerd als rijksmonument. | 20 |
Een huis van een opmerkelijke bouwstijl, verscholen in een groene oase midden in de stad. Over de geschiedenis van het pand is niet erg veel bekend, maar in de zeventiende eeuw werd het al bewoond en gebruikt door blekers. De in 1950 gedempte Parkstroom van de Binnendieze liep pal langs het door Marijn Smits en Lucy de Graaf en hun zoon Cesar bewoonde huis aan het Bleekerstraatje 3. Marijn laat een muuranker zien dat aan de zuidoostelijke zijgevel van het huis maar net boven de grond uitsteekt. "Daaruit blijkt duidelijk dat dit ooit een kademuur was." Verder naar achteren buigt de gevel, de voormalige Diezeloop volgend, naar links. Het Bleekerstraatje eindigde vroeger achter het huis in een brede trap naar het water. "Een wasplaats. Vóór 1900 moeten in dit huis blekers hebben gewoond, die hier linnengoed wasten en te bleken legden. Veel meer weten we niet." In 1623 worden het 'bleekhuis' en twee daarbij gelegen bleekvelden genoemd in een akte bij de verdeling van een nalatenschap. Aanvankelijk zouden de bleekvelden, gelegen aan weerszijden van de Binnendieze tussen de toenmalige Vughterdijk (nu Vughterstraat) en de stadsmuur, hebben toebehoord aan de kruisbroeders. In 1770 is nog steeds sprake van een 'bleek met woning en waschhuis'. In die periode lag bij het huis een bruggetje over de Binnendieze, en was het ook bereikbaar vanaf de Kuipertjeswal. Op oude stads-plattegronden is te zien hoe het terrein tussen de Parkstroom en de stadsmuur, later stadswal, tot in de twintigste eeuw open is gebleven. Op de plattegrond van Jos van Hagens (omstreeks 1890) zijn het bleekhuis langs de Binnendieze en het bruggetje duidelijk herkenbaar. Op een luchtfoto uit 1930 schittert het huis, aan de rand van een groene oase midden in de stad. De kastanjes en esdoorn naast het huis hebben inmiddels de monumentale hoogte bereikt van wel 25 meter. Het bruggetje is verdwenen en het huis ligt nu aan de rand van een buurtparkje, met speeltoestellen, achter de bebouwing van Vughterstraat, Kuipertjeswal en Parklaan. Vanaf de Kuipertjeswal is het huis, tussen andere huizen door, op een afstand te zien. Wie de hoofdtoegang neemt door het Bleekerstraatje, stuit aan het eind op een hek waarachter de voordeur zich bevindt. Een andere entree is via het in 1985 aangelegde parkje. De bezoeker ziet een prachtige, hoge gevel van bak- en natuursteen in chaletstijl, die zijn beëindiging vindt in een houten top met een door opengewerkte elementen fraai versierde, overkragende gevellijst. Een typisch voorbeeld van 'fin-de-siècle-gekte', noemt Smits de voorgevel, die omstreeks 1900 tegen het huis aan is gebouwd. "Zoals je ook in de wijk Het Zand ziet. Aan de onderzijde harde natuursteen, dan Belgische baksteen afgewisseld met zachtere natuurstenen lagen. Koloniale invloed is dat. De huizen van het Tilmanshofje hiernaast hebben dezelfde stijl. Alleen zijn de gevels dáár oorspronkelijk." Aan de structuur van het metselwerk op de hoeken is goed te zien dat de tweede voorgevel, 25 centimeter dik, 'gewoon' vóór het bestaande huis is gezet. In en aan het huis is veel gerestaureerd en aangelegd, want het ontbrak aan alles. "Er was niet eens warm water. In onze huidige woonkamer lag een vloer van straatstenen. Die ruimte werd dan ook voor opslag gebruikt. De vorige bewoners woonden in wat nu onze hal en keuken zijn." Op de eerste verdieping is een hele rits kleinere kamertjes. OrangerieVan een deel van de benedenruimte van het huis, nu achter de woonkamer, maakte Smits een berging. De straatstenen liggen daar nog steeds. "Dit is nooit echt als woonhuis bedoeld geweest. Na de periode van de blekers was dit een orangerie, een overwinteringsplaats voor planten, van de familie Tilman. De tuinman van de familie woonde hier. Die orangerie is onze huidige woonkamer." C. Tilman woonde in een herenhuis aan de Vughterstraat. Het bleekhuis was zijn eigendom. De erven lieten op het achterter- | 267 |
rein naast het huidige buurtperkje voor "minder bedeelde" katholieken een tiental woningen bouwen, het Tilmanshofje. Smits vermoedt dat zijn huis in 1813 de huidige grootte heeft gekregen. "Bij de poort in het Bleekerstraatje zit een steen met dat jaartal. Toen moet op de begane grond de hoek zijn bijgebouwd, waar wij nu de keuken hebben." Smits heeft zelf een kweekkas tegen de uitbouw gezet. "Om het seizoen te verlengen. Wij kweken er onze tomaten, paprika's, verse kruiden en dergelijke." SchuifluikenMarijn Smits en Lucy de Graaf koesteren de bijzondere 'schuifluiken' voor de ramen in de woonkamer. De winteravonden gaan ze dicht. Marijn: "Ze schijnen heel bijzonder te zijn. Ze zitten aan de binnenkant, omdat die buitenmuur kademuur van de Dieze was. Aan de buitenkant had men dus nooit bij de luiken gekund."Kinderen hebben het vaak over 'het huis van Pippi'. "Ik vind dit een van de mooiste huizen van Den Bosch. Stoer, lieflijk, en heel verrassend", zegt Lucy. Beiden wonen én werken in het huis. Lucy als grafisch ontwerper en (portret)schilder, Marijn met een reclamebureau. "Wij hebben hier vaak de ramen open, en horen dan de vogels fluiten. Als ik met iemand telefoneer, vragen ze regelmatig: waar zit je eigenlijk?" De zon bleekt het wasgoed niet meer, maar is nog altijd de bepalende factor in en om het huis. "Huis en tuin zijn helemaal gericht op de zon. Van slaapkamer via badkamer, werkkamer, en keuken, de hele dag volgen we de zon. Dit is een echt zonnehuis", vindt Lucy de Graaf. Marijn Smits zegt: "Wat mij zo bijzonder trekt in dit huis is het gevoel van buiten wonen midden in de stad." We kunnen er met de auto niet komen, met een kruiwagen halen we de boodschappentassen uit de auto. Eigenlijk zit je hier helemaal verborgen. Soms komen hier zelfs mensen uit de buurt die deze plek voor het eerst ontdekken." | 269 |
InleidingWoonhuis daterend uit ca. 1890-1900 en mogelijk gebouwd in opdracht van mr. V. Tilman op een achtererf aan de Vughterstraat, een voormalig open terrein ter plaatse van een vroegere stadsboerderij. Het pand in Chalet-stijl maakt deel uit van het beschermde Tilmanshofje. Het grenst aan de oostzijde aan een in 1950 gedempte arm van de Binnendieze.Het BleekhuisTweelaags woonhuis, opgetrokken in machinale baksteen met een met leien gedekt schilddak. Zuidgevel aan de zijde van het Tilmanshofje opgetrokken in rode verblendsteen. Hier een rijke detaillering met zandstenen speklagen, een borstwering op de verdieping, aanzet- en sluitstenen in de segmentbogen boven de ramen en deuren en rusticablokken. Op de begane grond twee vleugeldeuren met glas, op de verdieping T-ramen. Aan de noordzijde een eenlaags aanbouw onder lessenaarsdak. Aan de westzijde aan de Bleekerstraat een eenlaags aanbouw met plat dak en toegangsdeur en twee ramen met accoladevormige houten gootlijst. Hier tevens een eenvoudige gevel met schuifraam en geprofileerde gootlijst. De noord- en oostgevel vertonen een identieke, uiterst eenvoudige vormgeving.Geprofileerde en rijk geschulpte kroonlijst. In de rechter risaliet een met hout beschoten topgevel met driedelig raam (zgn. melkmeisje) en een rijk gesneden overstek met schijnspant.WaarderingHet woonhuis is van algemeen belang. Het object heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische ontwikkeling, namelijk de bouw en vernieuwing van stedelijke woonhuizen in de middeleeuwse binnenstad. Het object is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het stadswoonhuis onder inspiratie van de ontwikkelingen in de landelijke villabouwkunst. Het heeft architectuurhistorische waarde vanwege de voor een stadshuis betrekkelijk zeldzame detaillering en de rijke opzet van de gevel. Het object heeft ensemblewaarde omdat het deel uitmaakt van het Tilmanshofje, waarmee het ruimtelijk en stilistisch een eenheid vormt. Het huis is tot slot van belang vanwege de gaafheid van het exterieur en delen van het interieur. |
2003 |
Wim HagemansHet Bleekhuis - Bleekerstraat 3Bossche Pracht 11 (2003) 267-269 |
1908 | H. van Eijk (tuinier) |
1910 | H. van Eijk (tuinier) |
1919 | H. van Eijk (tuinier) |
1923 | Huibert van Eijk (tuinman) - Theodorus J.M. van Eijk (onderwijzer) |
1928 | H. van Eijk - Th.J.M. van Eijk |
1943 | Th.J.M. van Eijck (onderwijzer) |